maandag 12 juli 2010

5 november 2002 *) Jullie genieten van de hitte, wij van de koelte!

Na eerst nog de leukste plaats in Soedan te hebben bezocht, Wad Medani, favoriet als huwelijksbestemming (weer eens wat anders dan de Malediven!) bij de Soedanezen, zijn we de volgende dag de grens naar Ethiopië over gestoken. Dat is altijd een heel gestempel, en van het ene ‘kantoortje’, waar uiteraard niks op staat, naar het andere lopen. Onmogelijk om dit zonder ‘bemiddelaar’ te doen, die zich van alle kanten aanbieden; jongens die je van het ene bureautje naar het andere loodsen, naar ‘kantoortjes’ die je zelf nooit als zodanig zou herkennen en waar dan toch plotseling heuse ambtenaren met stempels zitten. En waar altijd, in ieder land overigens, de t.v. aan staat. Je gaat bijna denken dat het normaal is, totdat je bedenkt dat bij ons op kantoor toch echt nooit (nou ja, nu dan misschien, tijdens het voetballen) de t.v. aan staat.


Kleuter in Debark

Oefenen voor WK in 2014

Goed, het verliep vrij vlot, zeker aan de Soedanese grens, waar ze ons nog steeds ‘Welcome’ heetten (bij ons AFSCHEID dus!). Zo blij zijn ze daar met de komst van blanken. Echt waar! Aan de Ethiopische kant ging het wat trager, aangezien degene die ons paspoort moest stempelen steeds in een heel dik boek van Sinterklaas naar iets aan het zoeken was. Wat?? Dat blijft de grote vraag! Tot onze grote schrik pakte hij na het eerste dikke boek, het volgende dikke boek en ging bladzijde voor bladzijde, met het vingertje van boven naar beneden, op zoek naar…??? Op een gegeven moment zette hij dan toch de begeerde stempel. Gelukkig maar, want in dat hok – een betere benaming kan ik het echt niet geven – stikte het van de vliegen, we werden er helemaal gek van en werden toch geacht rustig te blijven zitten terwijl hij maar aan het zoeken was.


Landschap Simien Mountains 1
Landschap Simien Mountains 2

Het was inmiddels al 15.15 uur en Gondar, de eerste echte plaats, was ca. 4 uur rijden. Omdat alles aan de grens er echt vreselijk uitzag, hebben we de gok toch gewaagd en reden we net na donker Gondar binnen. Ondertussen hadden we ge-sms’t met onze Zuid-Afrikaanse vriend, Lodie, die zei dat we bij zijn hotel konden kamperen en dan zijn douche mochten gebruiken. Helemaal super! Toch fijn, reisvrienden maken! Erg prettig hotel, Fogera, met heerlijke tuin waar je lekker kon zitten en dan de schitterende vallei in keek. Ethiopië is zo onvoorstelbaar groen! Het is werkelijk net Zwitserland, bergen en veel groene heuvels, grasvelden met koeien, paarden, geiten en schapen erop, echt idyllisch. Met een groot verschil…. de gigantische armoede van de mensen! Ethiopië is een van de armste landen ter wereld en die armoede is schrijnend zichtbaar. Vrijwel niemand heeft fatsoenlijke kleren, bij de meesten hangt het van gaten en draden aan elkaar, en minstens de helft van de mensen loopt op blote voeten! En dat in de stromende regen, in de blubber, bij een temperatuur van soms maar tien graden. Het is schokkend om te zien. Mensen baggeren door de modder met hun blote benen en voeten, hebben niks warms aan – soms alleen een soort omslagdoek, een soort laken - en de regen gutst op hun neer. De vraagt die me dan bezig houdt, hoe krijgen ze het ooit weer droog?! In de hutjes waarin ze wonen, lijkt me dat onmogelijk. Moet je voorstellen, je bent doorweekt tot op het bot (en dat is bij die magere lichaampjes een stuk sneller dan bij ons!) en je komt ‘thuis’, in je klei- en mesthut, waar het al even koud en vochtig is. Hoe moet je weer een beetje bijkomen? En een extra stel kleren zullen de meesten ook niet hebben… Maar het lijkt ze niet te deren, in die stromende regen staan ze lachend naar ons te zwaaien. En dan voel je je wel erg decadent, in je patserbak met verwarming en een lekkere fleece aan… Het wonderlijke is, dat er geen greintje afgunst te bespeuren is. We reden op een gegeven moment een weg in waar juist een hele drukke markt was en waar dus heel veel mensen liepen die allemaal steeds voor ons opzij gingen en in plaats van nijdig kijken, zwaaien ze vrolijk naar je of steken hun duim goedkeurend op. Toch echt blij met je bezoek! Dat is wat ik ook tijdens mijn onderzoek naar kleinschalige ontwikkelingsprojecten ontdekte: mensen voelen zich enorm gekend en erkend doordat wij de ‘moeite’ nemen op hun land te bezoeken. Dat vergroot hun eigenwaarde.

Gelada Baboon (armen over elkaar!)
Steigerende Walia Ibex
Maar zelden zoveel armoede ‘op straat zien liggen’. Je kan het bijna niet voorstellen, maar het gemiddelde JAARloon van een Ethiopiër is minder dan vrijwel iedereen van ons in een WEEK verdient! En sommige van mijn klanten zelfs in een dag….

Maar nu zit ik hier op een terras in Dessie te typen, en zie om me heen mensen kletsen, koffie drinken (die is hier zalig, een geweldige erfenis van de Italianen die Ethiopië korte tijd bezet hebben, overal zijn van die super koffiezetapparaten waar zelfs heerlijke macciato mee gemaakt wordt), injera eten (de specialiteit hier, een soort pannenkoek die de meeste Westerlingen aan rubber doet denken maar ik best te eten vind), een en al gezelligheid. En dan vraag ik me weer af hoeveel die mensen dan verdienen en vooral met wat?! In Ethiopië werken ze wel harder dan in de andere landen waar we tot nu zijn geweest. Er wordt steeds gepoetst en geveegd en dat hebben we toch al twee maanden niet meer gezien. Jemig, wat leven de mensen in de voorgaande landen vaak in een vuilnisbak! En ze zien het niet eens. Je moest er soms wel om lachen, dan hadden we een zak afval in ons hand (wij verzamelen het toch wel braaf) en vroegen we waar we het weg konden gooien,waarop ze je niet begrijpend aan keken om vervolgens te antwoorden: anywhere. Waarop wij dan weer redelijk geshockeerd keken en zij dan maar die zak van ons pakten en ergens neer smeten. Wat een gruwelijke puinhoop overal. Dat is hier in Ethiopië echt een stuk beter. Nou heb je natuurlijk ook niet veel afval als je überhaupt niks hebt…

Maar mensen lijken ook zo weinig nodig te hebben. Wij kunnen nog geen uur samen zijn of er moet iets bij gegeten en gedronken worden. Hier, en in alle andere landen waar we nu doorheen zijn gereisd, zitten mensen uren bij elkaar te kletsen, zonder iets te consumeren. En maar lachen en praten.

Supermarkt in Debark (met als luxe bananen!)
Beer amuseert zich in de modder



Ethiopië is na Nigeria het dichtst bevolkte land van Afrika met meer dan 80 miljoen mensen. En ook dat merk je. Waar je ook rijdt, altijd en overal lopen er mensen langs de kant van de weg. Met kuddes schapen, koeien of met zwaar bepakte ezeltjes en kamelen. En wanneer je twee minuten stil staat, om bijv. even op de kaart te kijken, dan staan er onmiddellijk ca. tien mensen om de auto. En kinderen komen van heinde en ver aanhollen met een kunstwerkje, mandje ofzo, in de hoop iets te verkopen. En die blijven vaak keihard achter de auto aanhollen. Geen wonder dat Ethiopiërs vaak marathons winnen… want rennen kunnen ze. En als een kind dat nog maar net kan lopen aan de hand van de moeder meeloopt, wordt die geacht net zo snel als mama te lopen. Het is niet net als bij ons, dat mama haar tempo aan het kind aanpast…. Maar een kind is hier ook geen kind. Kinderen spelen niet, maar sjouwen kilometers met een jerrycan water op hun rug een steile heuvel op! De grootte van de jerrycan is nog net aangepast aan de grootte van het kind, ongeveer zo: een kind van 5 sjouwt 5 liter water, een kind van 10, 10 liter. O ja, uiteraard doen alleen de meisjes en vrouwen dat!

Water moet ver gehaald worden, want ondanks de gutsende regen soms, staan de rivieren hier helemaal droog. Geen druppel water zit erin. Het zijn nu hele brede kiezelvlaktes. Waterputten zie je nauwelijks, mensen halen het water uit stroompjes en beekjes.

Langs de kant van de weg zie je hier met grote regelmaat vrachtwagens op de kop liggen…. er gaat nogal eens wat fout in de haarspeldbochten in de bergen hier… Overigens zag je in Soedan weer iets anders langs de (woestijn)wegen liggen: veel dode dieren; koeien, paarden enz. Daar begrepen we niks van, met de Nijl zo dichtbij. Maar toen we een Soedanees vroegen hoe dat kon, zei hij: food. Zo stom, wij dachten alleen aan gestorven wegens gebrek aan water, helemaal niet denkend aan voedsel tekort. En dat is wat hier overal is: het gras is helemaal kaal gevreten.

Gondar vonden we een erg leuke plaats. We waren er al eerder geweest maar best kort toen en nu een paar dagen en dan ontdek je pas de charme van de plaats. Echt leuk. En tot Franks grote plezier, eindelijk weer bier (in Soedan is alcohol verboden)! En dat soms voor maar 0,30 Euro per flesje! Eten is hier soms ook spot goedkoop, dan denk je werkelijk dat je een 0 vergeten zijn als je een rekening van 4,-- Euro krijgt voor twee zalige pizza’s (ook die hebben ze hier, zeker ook door de Italianen; ze zijn er maar vijf jaar geweest, maar hebben toch hun goede gewoontes achter gelaten ;-)) met twee biertjes en een cola.

Wel goed voor ons budget, want die hebben we toch wel ruim overschreden inmiddels en dat komt vooral door al die dure grensformaliteiten – zo hoog hadden we dat niet ingeschat - en ook wel de dure toegangsgelden soms tot bezienswaardigheden.


Africa Hotel in Debark

Hotelkamer in Simien Lodge
Vanuit Gondar zijn we drie dagen naar de Simien Mountains gegaan, een schitterend natuurgebied waar je de Gelada’s kan zien, langharige bavianen, erg leuke en fraaie beesten. We zijn een paar keer rustig gaan zitten om hun capriolen gade te slaan. Bijzonder leuk! Ook hebben we de Waila Ibex, een geitensoort, endemisch voor Ethiopië, met enorme horens , in grote aantallen gezien. Zo magnifiek als je dit soort imposante beesten van zo dichtbij kan observeren met om je heen alleen maar prachtige natuur. Dat is wel puur genieten. We hebben er heerlijk gewandeld, hoewel dat soms wel zwaar was vanwege de ijle lucht, op sommige stukken zit je boven de 4000 meter! Ook mijn knie protesteerde hevig van het klauteren en klimmen en dat leidde tot een fikse valpartij. Voelde me daarna wat beursig maar gelukkig herstelde het toch snel. In Simien is een erg mooie lodge, die we alleen bewonderd hebben en waar we geluncht hebben maar niet hebben geslapen, veel te duur! Wij hebben gekampeerd op een kampeerterrein waar voor de rest totaal geen voorzieningen waren. Gelukkig maar dat we alles aan boord hebben. En vanwege de kou hebben we de hele avond op een halve m2 doorgebracht: binnen gekookt, gegeten, afgewassen, gelezen, onszelf gewassen. Het lukt allemaal maar is natuurlijk wel erg passen en meten en je moet e.e.a. om de beurt doen zeg maar. Als de een naar het toilet moet, moet de ander op bed gaan liggen. Ha, ha. Maar wij vinden het allang prachtig dat we alles kunnen doen in onze Beer. En de scout, die je verplicht bent mee te nemen in de Simien Mountains, sliep buiten in de bosjes, zonder deken of matje…. We vonden dat nogal mensonterend en dus gaven we hem geld om in een lodge te gaan slapen, maar dat besteedde hij blijkbaar liever ergens anders aan. Ook goed te begrijpen. Ach ja, mensonterend vinden ze hier niet zo snel iets. Dieronterend (dus!) ook niet. Het gaat ons soms door merg en been als we zien hoe zwaar beladen een paard is waarvan je de ribben kan tellen en de botten uitsteken… Maar je kan slecht van mensen verwachten dat ze zich om dieren bekommeren als je ziet hoe zwaar ze het zelf hebben. Dat is natuurlijk ook een vorm van luxe, dat je je daar druk over kan maken. Wij zijn voortdurend bezig de uitgehongerde katjes te voeren, wat uiteraard nergens op slaat, maar je kan niet aan dat gebedel voorbij. Uiteraard ook niet aan de bedelaars hier, die geven we altijd wat, want hier zijn het altijd echte bedelaars, daar hoef je helaas niet aan te twijfelen. Het zijn er niet veel, want iedereen probeert toch een bestaan te creëren. Mensen houden echt niet graag hun hand op. Blinde mensen, die er in Ethiopië erg veel zijn, verkopen vaak papieren zakdoekjes ofzo. En die hebben we hier altijd nodig, want servetten kennen ze niet en handdoeken (na het handen wassen) ook niet.

Dus die hebben een goede klant aan ons. En uiteraard betaal je dan het tienvoudige van wat ze kosten. Hun eer gered en ons geweten gesust…

Waar we niet aan mee doen, is aan het weggeven van spullen zoals pennen of het zomaar geven van geld. Dat vinden we echt verkeerd. Het creëert afhankelijkheid en verpest de economie , als wij onze pennen gaan uitdelen in plaats van dat ze die kopen bij de plaatselijke ‘kantoorboekhandel’. En het heeft iets minderwaardigs, wij rijken die gaan uitdelen. Bovendien krijg je dan dat ze voortdurend aan iedere blanke om een pen o.i.d. gaan vragen en dat is nu juist wat de meesten zo irritant vinden. Maar ja, het is door onszelf veroorzaakt, dat vraag-gedrag. Niet geschoten is altijd mis en er is af en toe toch weer iemand die zich een weldoener wil voelen en iets geeft. Het is verleidelijk, je krijgt er snel blije gezichten door, maar wat heeft het voor nut. Het brengt ook veel jaloezie. Want je kan nooit aan iedereen iets geven, dus je stelt er altijd meer teleur dan dat je er blij maakt. En je wekt er begeerte mee die er eerst niet was. En begeerte is de bron van ontevredenheid. Moest dat toch even kwijt, want het is een issue waar veel reizigers mee te maken krijgen.

Tot onze verbazing zijn de wegen hier meestal prima!. De Chinezen timmeren ook hier letterlijk en figuurlijk hard aan de weg. Natuurlijk zijn er onverharde wegen, waar onze Beer samen met de regen veranderde in Bruintje Beer. En waar Frank eerst wat aarzelend en later met veel plezier door enorme plassen (bijna meertjes) reed. Het was weer eens wat anders dan in een zandstorm rijden, wat we in Soedan hebben gedaan. We hebben toen het nummer ‘Riders on the storm’ op gezet, was erg leuk, maakte de beleving nog heftiger.

Maar inmiddels is onze Beer weer prachtig wit, want de auto wassen doen ze hier heel graag. Een mogelijkheid om wat bij te verdienen! Zo ook met de was, dus de wasmachine is nu alleen nog maar wasmand. ;-) We worden erg lui hier in Afrika…

Ondanks de goede wegen, moet je toch erg voorzichtig rijden, want er lopen altijd mensen op de weg en erg veel vee. En andere overlanders vertelden ons dat ze in Ethiopië hadden mee gemaakt dat ze een oud vrouwtje soms bewust voor de auto duwen, omdat ze zo geld hopen te krijgen… Klinkt wel erg luguber; we rijden omzichtig om vooral oude vrouwtjes heen… Het kan zomaar zo zijn, want een mensenleven heeft hier echt een andere waarde als bij ons en mensen zijn wellicht soms zover to t wanhoop gedreven.

We hebben al het moois in het noorden, Axum, de magnifieke rotskerken van Lalibela, Bahir-Dar, deze keer overgeslagen, om weer nieuwe delen van Ethiopië te verkennen. Daarover volgende keer meer. Dan hopen we ook foto’s te kunnen sturen, want het Internet hier is zo traag dat het niet lukt die foto’s te sturen helaas. Erg jammer, want we hebben weer zulke prachtige plaatjes vinden we zelf. Nog spijtiger is dat we hier de blogspot niet kunnen openen (waarschijnlijk geblokt??). Gelukkig is Rian zo lief steeds onze teksten (en foto’s) te plaatsen.

Lieve mensen, geniet lekker van het zalige zomerweer bij jullie en van jullie vakanties. En hopelijk komt iedereen snel bij van de voetbalkater…

Veel lieve groeten uit Harar, 25 graden, zon, droog (super weer dus),

Frank en Stina

*) In Ethiopie hebben ze een andere kalender en tijd! Het is hier maar liefst 6 uur later. Onze tijd kennen ze zelfs nauwelijks. Dus een vraag als hoe laat gaat de bank open wordt beantwoord met om 4 uur. Dat is dus 10.00 uur! Wij waren hier 2 jaar geleden ook en we hebben toen dus nogmaals het Millenium beleefd! Dat kunnen er denken we niet veel zeggen, 2x het Millenium te hebben gevierd.

5 november 2002 = 12 juli 2010!