maandag 18 oktober 2010

Malawi: Schotse hooglanden, Caribische sferen, maar heel puur Afrika

Wow. We zitten nu in Mozambique en hoe anders is dit land dan alle andere Afrikaanse landen. Veel hipper, veel moderner. We waren in Beira en daar leek het wel Miami Beach, vooral ’s avonds! Zeer schaars geklede knappe dames, ik keek mijn ogen uit. En Frank nog veel meer ;-) Boulevards, flaneren, terrassen, het is er allemaal.

Maar goed, eerst Malawi, want daar hebben we hiervoor doorheen getoerd. Christel, maak je borst maar nat, er komt weer een heel verhaal…;-) Onder het motto, wij druk (ahum), jullie druk.

Malawi is een heel lieflijk, idyllisch, vriendelijk land. Als je er niet woont tenminste, want hier is de armoede nog groter dan in de andere landen waar we geweest zijn, een van de allerarmste landen: 65% van de bevolking verdient minder dan een dollar (0,70 Euro) per dag! En de levensverwachting is 43 jaar! Weer voelen we ons erg oud. En vooral heel erg bevoorrecht…

De start in Malawi was voor ons niet best, want voor de eerste keer hebben we ons gigantisch laten oplichten! En aangezien een gewaarschuwd mens voor twee telt, waren we met ons vieren en tuinden er notabene nog in. In de grote wisseltruc aan de grens. Aan iedere grens wisselen we de valuta van het ene land in de valuta van het nieuw te bezoeken land. Natuurlijk heb je dan koersverlies, maar dat is logisch, de wisselaar moet tenslotte ook wat verdienen. Voor de grens renden de Tanzaniaanse wisselaars al naar ons toe en wij hadden nog 50 Euro aan Tanzaniaanse shillings. Ze telden de nieuwe valuta, Malawi kwatcha, voor ons neus uit en het leek te kloppen. We keken er beiden na en gingen allebei akkoord. Maar ze hadden de biljetten dubbel geteld, dus we kregen maar de helft! We waren helemaal verbijsterd dat we het allebei niet hadden gezien, terwijl ze het geld onder ons neus uittelden. Nog steeds kunnen we er niet over uit dat we erin getuind zijn. We waren zo goed voorbereid dat ze ons op zouden lichten, dus we waren er helemaal klaar voor, en nog is het ook ons overkomen. Die mensen hebben in twee minuten een maandsalaris verdiend.

We zijn in Malawi eerst naar Chitimba Beach gereden. Daar moest een hele leuke campsite zijn, hadden we gehoord, maar er stonden van die grote overland-trucks en dat vinden wij niks. Groepen… aaaah. Na twee dagen dus weer weg gegaan, het was niks voor ons. Prachtig strand, op zich een leuke tent (van een Nederlanders inmiddels nog wel), maar veel te veel mensen.

Livingstonia
Daarna zijn we naar Livingstonia gereden, hoog gelegen, te bereiken via een enorme slingerweg, een uitdaging met Beer. Een prachtig koloniaal plaatsje met allemaal fraaie stenen huizen, heel bijzonder. Maar toen we navraag deden wie daar in woonden, bleken dat alleen maar mensen te zijn die voor de regering werkten, de gewone man woonde gewoon weer in ‘mudhuts’, ook hier. Het was een heel prettig plaatsje, met een speciale sfeer, geen toerist te bekennen. We hebben daar gekampeerd naast het enige hotel dat er was, met drie kamers die bezet waren door 12 Schotse vrijwilligers die daar een brug en weeshuizen aan het bouwen waren. Bewonderingswaardig, maar je vraagt je altijd af waarom de lokalen die brug en weeshuizen niet zelf kunnen bouwen… Zij hangen zelf maar wat rond… En het merendeel van deze Schotten was notabene boven de 60 jaar en die deden dus in die hitte dat zware bouwwerk. Een van deze Schotten vertelde ons dat er in heel Malawi geen diesel te krijgen was. Daar schrokken we toch wel een beetje van. Gelukkig is Malawi niet heel erg groot en onze tank - die we net in Tanzania helemaal had volgetankt omdat de diesel daar goedkoper is – wel heel groot, dus we rekenden uit dat we de grens van Mozambique net zouden moeten halen, maar dan wel zonder een aantal plaatsen aan te doen die we wel graag wilden zien, maar dat zou te veel omweg worden. Bij de eerst volgende plaats hebben we meteen diesel op de zwarte markt gekocht, voor bijna de dubbele prijs, maar dan konden we toch wat extra plaatsen bezoeken. Later bleek dat er best wel diesel te krijgen was, niet altijd, maar vaak genoeg, dus paniek om niks.
Er wordt veel gezeten in Afrika
Stoelkussentje laten repareren

Vanuit Livingstonia zijn we naar een hele leuke campsite gegaan bij Rumphi, Mathunka Eco-Tourism, een community project van notabene een Nederlands echtpaar. Die hebben daar een heel complex opgezet, met opvang van wezen die daar te eten krijgen maar bij familie in de omliggende dorpen wonen, een school, een buurthuis, een kerk en nog veel meer. Het zag er allemaal erg indrukwekkend uit, ze hadden het heel degelijk opgezet. We hebben daar gesproken met een jong Nederlands stel dat vrijwilligerswerk deed, maar zoals altijd, viel het hun ook weer erg tegen wat ze wisten te bereiken met al hun inspanningen. Het beklijft maar zelden… Ze vertelden ook dat het Nederlandse echtpaar dat het complex had opgezet, daar vijftien jaar mee bezig is geweest, maar toch inmiddels ook wel wat moedeloos werden van de bereikte resultaten die wel erg tegenvallen. Het cultuur verschil is te groot. Om maar een ding te noemen: “relaties zijn belangrijker dan waarheid”. Ik heb het al zo vaak gezegd, hoe moet je hier ‘ontwikkelingswerk’ (= meestal Verwesteringswerk) doen als de waarden en normen zo anders zijn als bij ons…

Ik had daar nog een interessant gesprek met een Malawiaanse man. Hij was in Nederland geweest en zei dat wij zo lui waren. Uuuh, pardon, zei ik grinnekend. Hij legde het uit: als jullie uit de trein moeten stappen, dan komt er een trapje tevoorschijn zodat je niet zo diep hoeft af te stappen. Dat vond hij het summum van lui. Zo zie je maar weer hoe iedereen met andere ogen waarneemt en oordeelt, ha, ha. Ook vond hij ons inefficiënt! Leg uit, leg uit vroeg ik. Nou, dat deed hij graag: als er in de bus maar een persoon zit, rijdt die gewoon weg! Hier vertrekken ze pas als de hele bus propvol zit. Hij had zich echt verbaasd dat een bus met maar een passagier toch vertrekt. Dat kon toch nooit rendabel zijn.

Nachtsafari in Nyika National Park
Nyika National Park
Hierna zijn we naar het Nyika National Park gegaan, waar je je werkelijk in de Schotse hooglanden waant. Zo groen, zo glooiend, echt schitterend. Hier zijn allerlei antilopen en ook zebra’s te zien en men had ons gezegd dat je er ook… luipaarden kon zien! We konden het nauwelijks geloven, maar het was waar: we hebben er een nachtsafari gedaan, van 18.00 tot 21.00 uur en hebben heel goed een luipaard gezien. En verder ook meerdere uilen en twee civet-katten, prachtig! Ongelooflijk hoe goed die chauffeur/gids alles kon spotten. Er scheen een andere man met een spotlight in het rond en dan zag die chauffeur/gids gewoon opeens die dieren. Natuurlijk nog wel veel meer, maar minder indrukwekkend. Al met al was het een hele geslaagde safari-trip, en dat notabene in Malawi, dat zou je toch niet verwachten.

Wat ook heel leuk is aan Nyika is dat je er kan wandelen (en fietsen/vissen), weer eens wat anders dan rondtoeren. Dat hebben we ’s ochtends gedaan en als je dan zo’n hele grote antiloop van dichtbij ziet, is dat toch ook erg indrukwekkend, veel indrukwekkender als dat je er langs rijdt. Dan vind je die antilopen eigenlijk altijd maar gewoon, hoe fraai die dieren ook zijn.

In Nyaka waren alleen wel veel houten bruggetjes met spijkers die ver uitstaken. Resultaat: lekke band. Tweede op de hele reis, dus we klagen niet. Er was op de campsite nog een groep Duitsers gearriveerd en iedereen wees ons zorgelijk op de lekke band. Frank deed heel nonchalant, die repareerde hij vanmiddag wel. Het was binnen een uurtje gepiept! Tot verbazing van de lokale ‘hulp’ (gereedschap aangeven in de hoop om een fooitje te krijgen, wat we natuurlijk doen) verving Frank de band niet, maar repareerde hij die. Hij geloofde er niet in en keek de volgende ochtend meteen hoe het met de band stond. Nog steeds in orde dus!

Om op te eten zoals Fenny schreef
En maar sjouwen
Onderweg zie je altijd overal kinderen in een schooluniform. Niet dat er altijd school is, maar ze hebben vaak geen andere kleding. In plaats van met een boekentas, sjouwen ze met hout of water op hun hoofd. Een moeder met een kindje dat nog maar net kon lopen, zag ik ook beiden met een takkenbos(je) op het hoofd. Dan vraag ik me af, hoe zou dat gaan? Kom kind, we gaan hout halen, gezellig. Net als bij ons een moeder tegen haar kind zegt: kom kind, we gaan naar de bibliotheek.

Nkhata Bay
Vissers op hun net in Nkhata Bay
Na het prachtige natuurpark zijn we naar Nkhata Bay gegaan, dat moest heel leuk zijn voor de stranden. Weliswaar fraai gelegen aan een mooie baai, vonden wij er niet veel aan. We konden ook geen leuke plek vinden om te overnachten, daar kwam het wellicht ook door. Uiteindelijk naast een sjiek, maar volkomen leeg, hotel op het strand gekampeerd. Dat was op zich wel een leuke plek, omdat het niet een afgesloten campsite was, zoals op de andere plaatsen, en je zo het leven aldaar kon gadeslaan. Toch maar weer snel vertrokken, naar het Viphya Plateau, aan ander schitterend natuurgebied. Ook weer lekker gewandeld. Alhoewel? Het was eens een keer niet heuvelachtig, dus ik liep op slippertjes, maar ja, zoals we vaak zeggen, het is in Afrika altijd wat! Deze keer waren het dus de mieren, die langs mijn benen omhoog klommen en flink beten. Uiteindelijk mijn broek uitgedaan – Frank was zo slim dat te gebieden – en daar stond ik in mijn onderbroek met die bijtende mieren op mijn voeten en benen. Aaah. Maar de schoonmaakactie had geholpen gelukkig. Wij kampeerden bij een erg leuke lodge, zo’n lodge waar je wel een week zou willen blijven om lekker te relaxen en te wandelen. Er was ook een fraaie tuin omheen, leuke zitjes, en een open haard en die was wel nodig daar, want het Plateau was hoog gelegen dus ’s nachts werd het er koud.

Hierna weer naar de ‘kust’ gegaan. Doordat het enorme Malawi- meer altijd in de buurt is, kan je altijd overal naar het ‘strand’, een apart gevoel. We hebben gekampeerd bij de Nkhotakota Pottery Lodge, een mooie campsite, alles erg goed verzorgd. Omdat ze daar dus serviesgoed en tegeltjes maken, was zelfs op de campsite de douche en toilet heel fraai betegeld, evenals de wasbak. We kwamen daar een Nederlands stel tegen, Elly en Eric, die zes weken aan het fietsen waren door Malawi. Hele gezellige mensen. Als je zo reist, ontmoet je veel mensen en zou je met gemak je vriendenkring kunnen uitbreiden. Maar daar hebben we niet echt behoefte aan, hoe leuk die mensen vaak ook zijn. Eric was onder de indruk van onze Beer en wilde hem wel een keer huren. Wie weet.

Wassen in Lake Malawi
Het Malawi-meer ziet er schitterend en erg aantrekkelijk uit, maar heeft helaas een nadeel: je kan bilharzia oplopen…we waagden ons er dus niet in. Als enigen overigens, iedereen zwemt erin. En de lokalen wassen zich erin, drinken eruit, wassen hun kleding, potten en pannen erin. Toen we aan een Ierse arts vroegen hoe ernstig het risico van bilharzia is, zei ze dat er een serieus risico is maar ook dat ze er zelf wel in zwom. Je kan je namelijk wel laten testen en als die positief is, zijn er pilletjes tegen.
Waterpompen is leuk
Hier in Malawi zijn er veel meer stenen huizen dan in Kenia en Tanzania en Ethiopië, opvallend. Je ziet ook heel veel nieuwe waterpompen hier, alsof er een project is geweest dat het hele land van waterpompen heeft voorzien.

Na Nkhotakota zijn we naar de hoofdstad gegaan, Lilongwe, om de reisagent te bezoeken. Die bleek een mooi kantoor te hebben, zag er erg netjes, niet Afrikaans, uit. Er bleek net een Nederlands meisje te werken, Nicole. Lekker handig met de reisvoorstellen en het overleggen. Ook kunnen ze tegenwoordig self-drives organiseren, met auto’s uit hun eigen wagenpark. En zelf rijden is in Malawi echt wel goed te doen als je niet te bang bent aangelegd en goede rijervaring hebt.

In Lilongwe togen we weer enthousiast naar de supermarkt, in de hoop weer wat ‘luxe’ spullen te kunnen krijgen, zoals pastasaus of zo. Ze hadden er best een en ander, maar ontzettend duur, onbetaalbaar. Dus niet veel gekocht. Lilongwe is maar een suf stadje, er is weinig te doen.

Na Lilongwe zijn we naar Dedza gereden, mooi gelegen, omringd door bergen. Bij de tweede Pottery Lodge verbleven, wederom een mooie campsite.

Via Mua zijn we naar Cape Maclear gereden, de populairste badplaats van Malawi. In Mua hebben we een schitterend museum bezocht, met heel veel uitgebreide informatie over de drie belangrijkste bevolkingsgroepen van Malawi. Er waren enorm veel foto’s van allerlei rituelen, zoals van besnijdenissen. Er werd ook veel getoond over de benaderingen van deze groepen van hun traditionele geloof. Het was indrukwekkend, maar helaas een beetje te veel informatie waardoor je de bomen door het bos niet meer zag. Er waren drie ruimtes en een ruimte stond vol met allerlei maskers die de Chewa, de grootste bevolkingsgroep van Malawi, dragen bij allerlei gelegenheden, bijvoorbeeld om een politieke issue aan de orde te stellen, maar ook om je te leren je tanden te poetsen (een masker met een dierenbek met heel veel tanden) of bij begrafenisrituelen en er was zelfs een masker van de Paus. Er waren er echt wel honderden, onvoorstelbaar veel, en die worden allemaal gebruikt.Het was zo’n museum waar je wel een week zou kunnen doorbrengen en dan nog niet alles had gelezen en gezien. Zeer zeker de moeite waard, het leert je erg veel.

In Cape Maclear kwamen we weer een andere weldoener tegen, een Nederlandse man die op woensdag- en vrijdagavonden kinderfilmps vertoont in het dorp. Erg populair zei hij trots. Dat geloofden we graag, want er is nooit ergens ook maar iets te doen. Het is pikkedonker en de mensen zitten wat bij elkaar en dat is het dan. En dan is er film! Geweldig natuurlijk. Al waren het reclamespotjes, dan nog zou het hele dorp uitlopen uiteraard.

Onze kampeerplek in Cape Maclear
Cape Maclear is populair en dus best druk. Weer te druk voor ons rustzoekers… en dus gingen we naar de verst weg gelegen campsite, waar geen hond (Belgen zeggen ‘geen kat’, zo grappig) was. Daar stonden we dus weer lekker alleen, op een mooi strandje aan het meer, met achter ons rotsen. Een prachtplek! Toen Frank iets wilde weggooien in zowaar een vuilniston (die is nooit ergens te bekennen), kwam hij enigszins onthutst terug. Er zat onderin een enorme leguaan! Een mooi beest maar ja, je verwacht het niet hé? Helaas voelde ik me ’s avonds opeens erg onwel: overal spierpijn, hoofdpijn, en vreselijk moe. Toen het de volgende ochtend erger leek, besloten we toch maar eerst naar een ziekenhuis te gaan. Normaal zou je dat bij zulke klachten natuurlijk nooit doen, maar we hadden een Nederlands vrouw gesproken in Tanzania met exact dezelfde klachten en toen bleek het malaria te zijn! En in dit toeristische plaatsje was tenminste een goed ziekenhuis, gerund door een Nederlander, met Ierse artsen. Frank had vervoer geregeld: we voeren er op een uitgeholde boomstam naartoe. Balancerend op de rand van die boomstam, ik voelde me net Hiawata. Wel leuk, want zo kon je mooi het leven aan de waterkant gadeslaan dat langzaam aan ons voorbij gleed. Halverwege ging de bootsman naar de kant, er kwam te veel water de boot (boomstam) binnen… geen nood, andere boomstam geregeld, verder gevaren. Toen nog een eindje naar het ziekenhuis gelopen en daar mijn klachten verteld. De Ierse arts zei dat ze een malariatest zou doen, maar dat die eigenlijk niks zegt, die kan nu negatief zijn en morgen positief! Nooit geweten. Het is een momentopname en alleen als die positief is, weet je zeker dat je malaria hebt, maar als die negatief is, weet je eigenlijk nog niks. Bij mij was die negatief, maar ze schreef toch meteen medicijnen tegen malaria voor. Die heb ik drie dagen lang moeten innemen en na die drie dagen werd het al heel langzaam beter. Eerst ging de hoofdpijn weg, toen de ergste spierpijn en heel, heel langzaam ook de vermoeidheid, hoewel die er nog steeds een beetje is. Wel een grote teleurstelling dat je ondanks alle voorzorgsmaatregelen – slikken van profylaxe, lange broek en mouwen bij schemer aantrekken, inspuiten met Deet, de auto inspuiten met anti-mugmiddel – tóch nog malaria oploopt. Maar door het slikken van de profylaxe zijn de symptomen wel veel minder dan als je dat niet zou slikken.

We zijn toen verhuisd naar een leuke lodge, Tuck Away, om het wat comfortabeler te hebben want ik voelde me toch wel erg belabberd. Bijna alle lodges in Cape Maclear liggen in het dorp, dat is wel erg leuk. Aan de ene kant heb je dus het meer, maar als je de lodge uitloopt, sta je meteen middenin het dorp, waar alles er nog heel traditioneel aan toegaat. Er was wel ook een echt leuke pub, je waande je gewoon weer in Breda of zo, apart gevoel.

Liwonde National Park
Na Cape Maclear zijn we naar het beroemdste wildpark van Malawi gegaan, Liwonde. Een leuk park, waar een rivier doorheen stroomt, waarop je een bootsafari kan maken. Daar zijn veel olifanten te vinden. Voor de rest allerlei antilopen gezien, nijlpaarden, en warthogs. Andere mensen die we spraken hadden ook een neushoorn en zebra’s gezien, wij helaas niet, we hadden wel erg graag weer eens een neushoorn gezien want dat is op heel deze reis niet gelukt.

Voordat we Liwonde inreden, verbleven we in een wat armetierig maar erg goedkoop hotel (bijna net zo goedkoop als kamperen). En daar ontmoetten we voor de derde keer deze reis dezelfde Indische jongen. Zo grappig! De eerste keer kwamen we hem tegen in Masai Mara in Kenia, de tweede keer in Mkuzi in Malawi toen we zaten te lunchen – ken ik jou niet ergens van vroeg hij aan me waarop ik hem al bijna geïrriteerd weg wilde sturen, was dat soort vragen even zat, ha, ha – en nu dus weer! Ongelooflijk. Frank heeft de avond met hem doorgebracht, want ik ging vroeg naar bed, nog steeds beroerd toen.

Onze keuken zonder magnetron helaas

Na Liwonde zijn we naar het Zomba Plateau gereden, groen, bergachtig, magnifiek! Daar overnacht bij een Trout Farm. We konden daar gebruik maken van de keuken, maar aangezien er geen magnetron was (zie foto) hebben we dat maar niet gedaan. ;-) Toch heel lekker gekookt, in Beer dus maar gewoon (onze Coleman brander is kapot, dus we moeten nu steeds binnen koken, gaat ook prima): een zalige steak, spinazie (uit blik, nog nooit van ons leven op, maar smaakte heerlijk) en aardappels. Aardappels zijn werkelijk overal, in alle landen waar we geweest zijn, te koop. Wie had dat gedacht! En hier in Malawi zijn er zelfs zalige krieltjes, dat is helemaal genieten. Ook is hier erg veel fruit: bramen, blauwe én gele (nog nooit gezien, mierzoet, erg lekker), appels, en zelfs aardbeien. Het lijkt wel Luilekkerland ;-) Die worden dan door iedereen aangeboden, achter de auto aan rennend met van die smekende ogen, waardoor je natuurlijk weer te veel koopt…

Zomba Plateau (1)
Zomba Plateau (2)

Er was daar ook een grote familie Indiërs die ons zakken chips en broodjes gaven toen ze weg wilden gaan. Zo lief! Ze deelden van alles aan ons uit. Je vraagt je dan wel af waarom ze het aan ons gaven en niet aan de mensen daar. Waarom aan ons die toch al alles kunnen kopen wat ons hartje begeert. De volgende dag hebben wij toen weer een en ander aan de mensen daar weg gegeven…

We kwamen nog een Nederlands meisje tegen bij Liwonde die ook al weer vrijwilligerswerk deed, in een sloppenwijk bij Zomba. Je krijgt wel eens het idee dat al deze landen bijeen gehouden worden door vrijwilligers en NGO’s (hulporganisaties). Van NGO’s is het ook werkelijk vergeven. We komen er velen tegen waar we nog nooit van gehoord hebben. In sommige plaatsen, meestal de prettigste, zitten ze dan allemaal bij elkaar. In Ethiopië vergeten we nooit meer een straat in Awassa, waar de ene NGO naast de andere zit. Wat te doen vraag je je wel eens af. Waarom zoveel? Het was een leuk, enthousiast meisje, deze vrijwilligster. Ze vertelde dat ze probeerde de onderwijzeressen bij te brengen dat ze de kinderen niet alleen rijtjes moet laten opdreunen (1, 2, 3, 4, enz. en A, B, C, D), maar dat ze moet leren wat dat getal en die letter betekent, want nu weten de kinderen niet eens wat er na 5 komt als je hun dat vraagt. Ze kunnen alleen het hele rijtje opdreunen, zonder de betekenis te weten dus.

We kwamen ook een Nederlandse vrouw tegen op de fiets, die nu in Zuid-Afrika woont. Zij kon eigenlijk niet geloven dat de mensen in Malawi zo arm zijn en dat zo velen te weinig te eten hebben. Ze zag er niks van. We zaten op een leuk terras in Zomba, een fraai plaatsje… Maar ja, hoe zie je honger?? Behalve aan de dikke buikjes van de kinderen en aan de spillebenen van de mannen, vaak dunner dan mijn armen…

En mensen hier nemen het leven zoals het is en lachen veel meer dan bij ons. Ze klagen niet, maar verbeteren ook niks. Zal dat soms samenhangen? Wij klagen wat af, willen het altijd beter hebben, maar werken er ook voor om dat te bereiken. Hier doen ze dat niet, maar klagen ook niet. Je ziet ze een slecht, rottig weggetje aflopen naar hun hutje, balancerend om niet te vallen, met ook nog een vracht op hun hoofd, enorme takkenbossen vaak. Maar ze zullen nooit eens bedenken om daar een trapje te maken om het zich makkelijker te maken.

Geen ongewoon beeld in Afrika

Sjouwers zijn het wel. Ongelooflijk met welke zware vrachten hier mensen allemaal lopen, steile hellingen oplopend, het maakt allemaal niet uit. Sowieso zie je ze altijd wel wat dragen: een houweel, een schop, ander gereedschap. Soms allemaal achter elkaar lopen, met allemaal wel iets in de hand over de schouder, net de Zeven Dwergen van Sneeuwwitje. Alleen is het alles behalve een sprookje in mijn ogen… maar zij kunnen vrolijk kletsend de vracht sjouwend de helling opsjokken. Soms ook niet. Dan zie je ze zwoegen, zweet op het voorhoofd. Dan rijden wij voorbij, als een van hele weinige auto’s, want die zie je hier echt nauwelijks, en dan geneer je je toch. Zij springen dan ook nog vaak de berm in, met vracht en al, want een auto blijft toch iets engs en gezien het aantal ongelukken hier, is dat een reëel gevoel. Het is onvoorstelbaar wat hier allemaal in de berm belandt en vooral in welke toestand! (Zie foto).

Vanaf Zomba zijn we naar de grootste stad van Malawi, Blantyre, het commerciële centrum gereden. Echt een drukke stad met veel grote bedrijven. Veel groter dan de hoofdstad Lilongwe. We hebben daar in een best wel sjiek restaurant, Grill 21 on Hannover, heerlijk gegeten. We wisten niet dat het zo’n sjieke tent was, waren helemaal verbaasd toen we er binnen stapten. Er waren, zoals gewoonlijk, vooral expats en Indiërs.

Na Blantyre zijn we naar Mulanje gereden, het hoogste berggebied van Malawi waar ook de thee- en koffieplantages zijn te vinden. Knallend groen, die theeplantages.
Mulanje Mountains

Wij vonden Malawi een prachtig land dat veel te bieden heeft: je kunt er heerlijk wandelen, overal kan je naar het strand toe, je kan snorkelen en duiken in het Malawi meer op comfortabele wijze (zoet water, geen golfslag!), kajakken, er zijn leuke plaatsjes, de wildparken zijn natuurlijk minder indrukwekkend dan in Kenia en Tanzania maar zeer de moeite waard, de afstanden zijn kort, ook wel eens lekker, er zijn erg leuke hotels overal. We zouden er zo weer naartoe gaan, maar ja, dat geldt voor zoveel landen. Maar voorlopig gaan we eerst naar…HUIS! De kogel is door de kerk, we gaan niet terugrijden, Beer wordt verscheept vanaf Durban en wij vliegen met Emirates terug begin november. We zien er erg naar uit jullie weer te zien, maar oooh, wat zullen we dit alles missen. Al die vrijheid, al dat moois, al die leuke ontmoetingen, altijd mooi weer, al die indrukken, iedere dag weer smullen. We moeten nu al wennen dat we moeten gaan PLANNEN – voor het eerst deze reis! – om op tijd in Durban aan te komen. En dat we dingen moeten regelen, zoals het kontrakt voor de verscheping en de vliegtickets. Regelen, plannen, aaaaaaaaaah. Dat doet al afbreuk aan de vrijheid. Het voelt al als dat het een beetje over is. Je zou willen dat het eeuwig duurde. Maar thuis wacht gelukkig ook weer veel moois. En als we dan over een maandje voor de open haard zitten, dan zeggen we tegen elkaar: weet je nog wat we vorige maand deden: toen liepen we in de stralende zon op het strand in Mozambique. De reis was nog mooier dan we gehoopt hadden. Het leek wel een lange, onvoorstelbare mooie film door alle beelden die steeds voorbij kwamen (en gelukkig voorlopig nog!). Wat is Nederland dan toch saai. Hier zie je werkelijk continue wat: langs de kant van de weg houden ze een kip omhoog, of een garnaal, of een zak cashewnoten, of wat voor koopwaar dan ook. Altijd lopen er mensen langs de weg, of winkeltjes langs de weg, of markten, of vrouwen die iets aan het maken zijn, altijd heb je wat te bekijken.

Het was ook iedere dag weer Rozegeur en Maneschijn. Dat klinkt onwaarschijnlijk en hadden we zelf ook niet verwacht – we hadden wel wat strubbelingen, toestanden en tegenslagen ingecalculeerd – maar het is toch echt zo. Ook tussen ons samen (zitten jullie nog? ;-)). Iedere dag, ieder uur, op misschien drie of vier keer hoge irritaties na en dat vinden we toch echt weinig, gezien de vele bijzondere situaties en omstandigheden waarin we hebben verkeerd. We zijn tot de conclusie gekomen dat je eigenlijk maar één ding nodig hebt: een positieve instelling. En dat hebben we allebei en dat helpt in heel veel situaties enorm. En respect voor de andere cultuur, dat is ook heel belangrijk. En vooral ook een flinke berg humor. En natuurlijk al die andere karaktereigenschappen die vaak genoemd worden: een flexibele instelling, gepast (maar zeker niet te veel!) wantrouwen, creativiteit, doorzettingsvermogen, veel energie, tegen onzekerheden kunnen (je weet bijvoorbeeld nooit ’s ochtends als je vertrekt waar je ’s avonds komt te slapen) en niet te bang zijn. Er is ook weinig om bang voor te zijn (behalve spinnen natuurlijk ;-)). En er is zooooooooooooo ontzettend veel om van te genieten. Iedere dag, bijna ieder uur, weer. Wat een feest, wat een feest. Jullie begrijpen het al. De proefrit (;-)) is goed, heel goed bevallen. Op naar het echte avontuur. ;-) Maar eerst op naar het volgende feest: Sinterklaas. ;-)

En eerst weer lekker aan het werk. Ook leuk, heel leuk gelukkig!

Tot snel!

Liefs,

Boss Frank en Mama Stina (zo worden we hier aangesproken, bevalt Frank wel goed, mij wat minder ;-))

P.s. Lieve Reigers, dank voor jullie groeten, wij missen jullie ook! We komen eraan.

De laatste kilometers

4 opmerkingen:

  1. Ha Boss Frank en Mama Stina,

    Het was weer een erg mooi verhaal, wat je in een adem uitleest. Fantastisch toch om dat allemaal te mogen zien en mee te maken!

    Maar goed nu, wat eerder dan oorspronkelijk gepland?, je voorbereiden om naar huis te komen. Jammer voor jullie, maar wij zijn blij als jullie weer thuis zijn hoor! Het is nu zo akelig stil naast ons. Niet dat we jullie erg horen, nou ja 's zomers in de tuin, maar we zien jullie ook al zo lang niet meer. Niemand die bijvoorbeeld in de keuken staat te zwaaien. Nog even dus en dan zijn jullie er weer.

    Geniet tussen al het regelen nog van de tijd dat jullie daar zijn. Succes met de voorbereidingen en alvast een hele goede reis terug! Mochten jullie van het vliegveld afgehaald willen worden, laat het dan even weten.

    Groetjes en een dikke knuffel.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Lieve Stina en Frank,

    Geniet nog maar even van de vrijheid, het Afrikaanse leven, landschap en de mensen en natuurlijk van het fantastische weer. Straks kunnen jullie nagenieten in op de bank je eigen huis bij een knisperend haardvuur.

    Hartelijke groet,
    Celeste

    BeantwoordenVerwijderen
  3. lieve frank en stina ,ik heb weer met veel plezier jullie belevenissen gelezen .We kijken uit naar jullie thuiskomst.Een fijne reis terug.
    liefs en groetjes
    jan en fransje

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Dag Frank en Stina,

    Door druk bezoek hebben we even niet op jullie site gekeken. Vandaag nu van het laatste verslag genoten. Wat een relatief klein stukje hebben jullie nog maar te gaan als ik zo op het kaartje kijk. Voor jullie zijn het nu denk ik de laatste dagen. Geniet er nog van en dan goede vlucht naar huis. Wij hebben in ieder geval van jullie blog genoten en zullen dat missen. groetjes, trudy

    BeantwoordenVerwijderen